Onderzoek & handelingen

Hieronder vindt u informatie over bepaalde veelvoorkomende onderzoeken en handelingen (zoals ingreepjes en plaatsen spiraal). Ook kunt u zien wat de procedure is rond de jaarlijkse griepvaccinaties. Informatie over inentingen tegen andere infectieziekten vindt u op de website van GGD regio Utrecht.

Hoe kun je je kind helpen tijdens een vaccinatie of een ingreep? Lees HIER meer.

Chirurgische ingreep

Inleiding

U heeft in overleg met uw huisarts besloten om een plekje weg te laten halen, of om een andere ingreep te doen. De verrichting zal binnenkort bij de huisarts of huisarts in opleiding plaatsvinden. Hieronder vindt u informatie over wat u kan doen voor de ingreep, over de procedure zelf en over wat u erna kan verwachten. Het gaat hier om een algemeen overzicht. In individuele gevallen kunnen er zaken anders gaan; uw arts zal dit dan met u bespreken. Leest u alstublieft in ieder geval de belangrijkste punten hieronder als u niet de hele tekst kan of wil doornemen.

Belangrijkste punten

  • Meld het bij de arts wanneer u allergieën heeft, bloedverdunners gebruikt of een pacemaker heeft.
  • Complicaties kunnen zijn een (geringe) nabloeding, een ontsteking, een bloeduitstorting of een allergische reactie. Deze komen gelukkig alle weinig voor. Raadpleeg uw arts indien u hier tekenen van vertoont na de ingreep.
  • De uitslag van het pathologisch onderzoek is na ongeveer 10 dagen bekend. Voor de kosten van dit onderzoek wordt uw eigen risico aangesproken. Bel ALTIJD zelf voor de uitslag. 
  • Bij vragen of problemen kunt u onderstaande informatie raadplegen of contact opnemen met onze huisartsenpraktijk (030-8703610). Indien nodig is buiten kantoortijden de huisartsenpost bereikbaar (088-1309670).

Meest voorkomende afwijkingen van de huid

Er zijn verschillende aandoeningen en redenen om iets weg te laten halen. Er zijn duizenden huidafwijkingen, goedaardig en kwaadaardig, zeldzaam of bij bijna iedereen aanwezig. De meest voorkomende staan hieronder beschreven. 

Naevus (moedervlek): Dit is een moedervlek die bestaat uit een verzameling pigmentcellen. Soms worden de cellen van een naevus onrustig en moet hij verwijderd worden. Er kan in sommige gevallen kanker in ontstaan, het zogenaamde melanoom.

Verruca seborrhoica (ouderdomswrat): Ook wel ouderdomswratje genoemd. Een goedaardige, licht of donker gekleurde, wratachtige structuur ter plaatse van de opperhuid.

Fibroom (wildvlees): Een goedaardig bultje, soms op een steeltje. Ook wel wildvlees genoemd. Kan cosmetische klachten geven of irritatie door kleding of sieraden.

Lipoom (vetbult): Een onderhuidse vetbobbel. Deze wordt veroorzaakt door een opeenhoping van vetcellen en is goedaardig.

Atheroomcyste (talgkliercyste): Dit is een onderhuidse opeenhoping van talg door een verstopte talgklier. De talg zit in een zakje (cyste) dat kan scheuren. Als dit gebeurt, ontstaat een ontsteking.

Unguis incarnatus (ingegroeide teennagel): Een ingegroeide teennagel, meestal van de grote teen. Dit kan hinderlijke pijnklachten en ontstekingen geven. Het weghalen gebeurt middels een zogenaamde wigexcisie.

Diagnose
Met een door een arts uitgevoerd lichamelijk onderzoek zijn veel huidafwijkingen te diagnosticeren. Gelukkig hoeven de meeste plekjes helemaal niet weggehaald te worden. Indien dit wel nodig is, zal de arts het weggehaalde weefsel meestal opsturen naar de patholoog anatoom. Dat is een arts die het huidmateriaal zorgvuldig onder de microscoop onderzoekt. Soms wordt er onverwachts een andere diagnose gesteld op het microscopisch beeld.

Het kan ook zijn dat een plekje op het oog niet duidelijk te diagnosticeren is, of dat er twijfel bestaat. Hiervoor kan er een klein stukje van de huid worden weggehaald met een soort appelboortje. Dit heet een biopt. Door de patholoog kan er dan meer zekerheid worden verkregen over de diagnose.

Houdt u er rekening mee dat voor de kosten van de pathologische onderzoeken uw eigen risico wordt aangesproken. De hoogte van de kosten kan variëren, afhankelijk van het soort onderzoek dat nodig is.

Voorbereiding
Algemeen

Voor de ingreep kunt u gewoon eten en drinken. Het is verstandig om paracetamol in huis te hebben voor het geval er pijn ontstaat na de ingreep. Omdat u de plek na de verrichting vaak een tijdje droog moet houden is het verstandig om van te voren te douchen. Draag losse kleding, soms moet er namelijk een verband aangelegd worden. Verwijder sieraden die in de buurt van de plek van het ingreepje worden gedragen. Brengt u alstublieft geen make-up aan als de behandeling in het gezicht is. Het kan prettig zijn om iemand mee te nemen als steuntje in de rug, of om u terug naar huis te rijden.

Medisch
Meld het ons als u allergieën heeft, bijvoorbeeld voor pleisters, leukoplast, jodium, verdovingen of adrenaline. Indien u bloedverdunners gebruikt willen wij dat graag weten. Soms is het nodig om deze tijdelijk te staken. Heeft u een pacemaker? Ook dat willen wij graag weten. Bij bepaalde hartafwijkingen, en bij het hebben van een kunstgewricht in combinatie met diabetes mellitus of reumatoïde artritis, is het soms nodig om antibiotica te krijgen voor de ingreep. Bespreek dit met uw arts.

De ingreep
Sommige mensen zien helemaal niet op tegen een ingreepje. Anderen zijn er wel gespannen of nerveus voor. Dat is een normale reactie. Het is goed om te beseffen dat de meeste mensen achteraf zeggen dat het ze erg meegevallen is. Als u van te voren een idee heeft van wat er gaat gebeuren kan dat ook al schelen. Houdt u er rekening mee dat de meeste ingreepjes tussen de 5 en 30 minuten duren.

Nadat de dokter u binnen heeft geroepen zal hij of zij vaak nog even willen kijken naar het plekje. Daarna wordt u gevraagd de plek waar het om gaat goed te ontbloten. Voor de meeste ingrepen wordt u gevraagd om op de onderzoeksbank te gaan liggen. Het kan zijn dat de arts met een afwasbare stift de plek die moet worden verwijderd aftekent. De verdoving wordt met een zo dun mogelijk naaldje voorzichtig ingebracht in de huid. Dit kan een branderig of pijnlijk gevoel geven wat niet langer duurt dan een halve minuut. De verdoving werkt al snel, daarna voelt u geen pijn meer. U kunt nog wel voelen dat de arts bezig is op de plek, maar pijn zal het niet doen. Als dat toch het geval is, kunt u dat aangeven en kan er verdoving worden bijgegeven. De verdoofde plek wordt schoon gemaakt met een gaasje en soms wordt er een steriele doek overheen gelegd.

Het verwijderen kan op verschillende manieren plaatsvinden, afhankelijk van het soort afwijking. Bijvoorbeeld met een chirurgisch mes, een biopteur (een soort appelboortje), of een speciaal schaafmesje. Ook kan er met een penvormig apparaatje met elektriciteit een plekje worden weg- of dichtgebrand (coagulatie). Soms wordt er een dun touwtje om een huidafwijking gebonden, waarna het na enkele dagen vanzelf van de huid valt (ligeren).

Als het plekje weg is gehaald en er is een wondje ontstaan moet het meestal worden gehecht. Om dit goed te kunnen doen wordt altijd iets meer huid weggehaald om het plekje zelf. Hechten kan met zelfoplosbare of niet-oplosbare hechtingen. Deze laatste moeten na enige tijd weer worden verwijderd. De arts zal u instructies hierover meegeven. Een klein wondje hoeft soms niet gehecht te worden en kan met hechtpleisters of coagulatie worden gesloten. Als er sprake is van een ontstoken plek wordt er niet gehecht, zodat het vuil goed uit de wond kan komen.

Littekens
Als er iets uit de huid verwijderd wordt, gaat dit bijna altijd gepaard met (meestal geringe) littekenvorming. Uiteraard zal de arts er alles aan doen het resultaat cosmetisch zo fraai mogelijk te maken. Toch is het helaas zo dat bij de ene persoon het litteken mooier wordt dan bij de andere. Dit heeft vooral te maken met uw huidtype. Littekens hebben soms de neiging dik en breed te worden (hypertrofisch litteken, of keloïd). Als u dit van uzelf weet laat dit dan aan de arts weten. Ook bij wondjes rond gewrichten of veel bewegende lichaamsdelen kan het litteken breder worden doordat er meer kracht op komt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er onvoldoende bewijs is om bij mensen die dikke littekens maken standaard speciale pleisters of siliconengel te gebruiken.

Complicaties
Aan elke ingreep zijn risico’s verbonden. Gelukkig zijn ze bij kleine ingrepen zoals in de huisartsenpraktijk gedaan worden erg zeldzaam en vrijwel altijd goed te verhelpen. De meest voorkomende zijn: een nabloeding, een infectie en een bloeduitstorting.

Als het wondje thuis weer begint te bloeden kunt u er zelf met een prop watten of een theedoek met gelijkmatige druk stevig op duwen. Doe dit gedurende minimaal 15 minuten, zonder tussendoor te kijken of het al gestopt is. Dit helpt in de meeste gevallen afdoende. Indien dit niet voldoende effect heeft moet u contact opnemen met de praktijk of buiten kantoortijden met de huisartsenpost (zie de verder voor de telefoonnummers).

Als het wondje gaat ontsteken wordt het rood, dik, warm en pijnlijk. Er kan ook pus uitkomen, of koorts ontstaan (temperatuur meer dan 38.5 ⁰C). Neem in al deze gevallen contact op met een arts.

Doordat een bloedvaatje beschadigd kan worden tijdens het weghalen van een plekje kan er een bloeduitstorting ontstaan, oftewel een blauwe plek. Dit is ongevaarlijk. Het lichaam zal dit zelf weer opruimen. Tijdens het opruimproces verkleurt de plek van blauw/rood naar groen/geel en kan wat verplaatsten. Bij tekenen van ontsteking moet er wel met een arts overlegd worden (zie hierboven).

Een allergische reactie op een van de bestanddelen van de verdoving is erg zeldzaam. Mensen die astmaklachten krijgen van aspirine hebben mogelijk een iets hogere kans. De klachten kunnen binnen enkele uren ontstaan. Vaak is er met name jeuk en roodheid ter plaatse, soms zijn er bulten of een zwelling. Neem in die gevallen contact op met een arts. Zeer zeldzaam is een ernstige reactie met benauwdheid of bewustzijnsverlies, in welk geval er onmiddellijk 112 gebeld moet worden. Een allergische reactie kan ook pas ná enkele uren tot dagen optreden. Hierbij kunnen eveneens roodheid, zwelling of een branderig of pijnlijk gevoel optreden. Neem in alle gevallen contact op met een arts.

Na de ingreep
Enkele uren na het ingreepje zal het gevoel in de plek terugkeren. Soms is er daarna pijn voelbaar. Indien nodig kunt u hiervoor paracetamol gebruiken tot maximaal 3x per dag 2 stuks van 500mg. Indien dit niet afdoende is adviseren wij u contact op te nemen met ons of de huisartsenpost (zie verder voor de telefoonnummers).

Wij adviseren de eerste 24 uur de wond droog te houden. Daarna kunt u er gewoon mee douchen. Wees bij wonden op het behaarde hoofd wel voorzichtig met het wassen en kammen van de haren. Ga de eerste twee weken niet zwemmen, in bad, of naar de sauna. Als de wond te veel verweekt kan dat voor problemen met de wondgenezing zorgen.

De eerste week is het –afhankelijk van de locatie van de wond- soms beter om geen zware dingen te tillen, te sporten of diep te bukken. Dit om rek, druk en grote krachten op de wond te vermijden. In principe mag u na de ingreep weer gaan werken, als u zich goed voelt en met inachtneming van bovenstaande regels.

De pleister mag u na twee dagen verwijderen. Als de wond niet vochtig of nat is, kunt u deze eraf laten. Desgewenst kan hij er ook op blijven zitten, zolang hij niet te vuil is. Soms heeft de arts nog een aantal kleinere hechtpleisters aangebracht. Deze moet u laten zitten tot de hechtingen worden verwijderd of tot ze vanzelf loslaten.

De hechtingen kunnen wat lokale roodheid door irritatie geven, dit is geen reden tot ongerustheid. De arts zal aangeven na hoeveel dagen u de hechtingen kunt laten verwijderen. Hiervoor kunt u een afspraak maken bij de assistente. Over het algemeen worden hechtingen in het gelaat na vijf dagen verwijderd, hechtingen op plekken waar veel kracht op staat na tien dagen en op de overige plekken na zeven dagen.

Als u de ingreep had in verband met een ontsteking wordt u mogelijk gevraagd de plek met de douchekop twee tot drie keer per dag uit te spoelen met lauw water. Gebruik hierbij geen zeep.

Soms is het nodig dat de arts de wond zelf nog controleert, hiervoor krijgt u dan een afspraak mee.

PA uitslag
Het onderzoek van de patholoog anatoom is meestal na 14 dagen bekend. Hiervoor kunt u na 14.00u bellen met de assistente.

Ingreep bij een kind
Hoe kun je je kind helpen tijdens een vaccinatie of een ingreep? Lees HIER meer.

Tot slot
Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze folder? Neemt u dan contact op met de praktijk. Ook bij complicaties of problemen helpen wij u graag verder. Indien u een afspraak wilt verzetten laat het ons dan alstublieft minimaal 24 uur van te voren weten.

SOA-test

Wat is een SOA?
SOA staat voor ‘Seksueel Overdraagbare Aandoening’. Soa’s zijn besmettelijke ziekten die je door onveilig vrijen kan oplopen. 

Wanneer doe ik een SOA test?
Heeft u onveilig seks gehad, begint u met een nieuwe relatie, heeft u verschijnselen van een soa of zit u in een risicogroep? Dan kan het verstandig zijn om een SOA-test te laten doen. Een test is de enige manier om zekerheid te krijgen.

Waar kan ik een SOA test laten doen?
De huisarts is de aangewezen plek waar u een SOA-test kunt laten doen. Onze huisartsenpraktijk biedt je de mogelijkheid om discreet en in een vertrouwde omgeving een SOA-test uit te voeren. De huisarts kan u uitleg geven, vragen beantwoorden en u adviseren welke test zinvol is.

Wil je niet naar een je huisarts gaan, dan kan een SOA zelftest een alternatief zijn. Doe dan de testwijzer. Op basis van de uitslag bestel je makkelijk en snel online de juiste soa-test. Het is exact dezelfde test die de huisarts gebruikt. De soa-testen zijn dus even betrouwbaar. Aan SOA-testen zijn wel kosten verbonden. 

De SOA poli van de GGD is er voor mensen die een duidelijk verhoogd risico hebben op een SOA. Dit zijn onder andere mannen die onbeschermde seks hebben met mannen, mensen die prostituees bezoeken of zelf werkzaam zijn in de prostitutie en mensen afkomstig uit gebieden waar HIV en hepatitis meer voorkomen. Deze mensen kunnen zich laten testen via de GGD/SOA poli of door de huisarts verwezen worden. De huisarts kan een goede risico-inschatting maken.

Hoe werkt het?
Als man levert u voor een SOA-test urine in, bij vrouwen neemt de huisarts of de patiënt zelf testmateriaal af met een swab. Het materiaal sturen wij naar het laboratorium. De resultaten kunt u opvragen bij onze praktijk.

Voor het consult bij de huisarts krijg u geen factuur. Hou er rekening mee dat er aan de test zelf (mogelijk) wel kosten verbonden zijn.

Voor meer informatie raadpleeg je verzekering of Saltro.nl (laboratorium).
Voor meer informatie over SOA's: Thuisarts.nl

Voor studentenkorting op een Chlamydia test, ga naar: studentenzorgwijzer.nl

Spiraal laten plaatsen

Wilt een spiraaltje of de andere mogelijkheden van anticonceptie bespreken? Maak eerst een afspraak met uw huisarts.

Plaatsing van het  spiraaltje:

Uw huisarts kan het spiraaltje voor u inbrengen.

Een uur voor het plaatsen van het spiraal kunt u een pijnstiller nemen. Bijvoorbeeld paracetamol 1000 mg of ibuprofen 600 mg. Of beide. Dit kan eventuele pijn of krampen achteraf (na plaatsing) verminderen.

Het spiraaltje wordt meestal tijdens of vlak na de menstruatie ingebracht. U bent dan zeker niet zwanger en het spiraaltje is direct betrouwbaar.

Na het inbrengen van het spiraaltje:

U kunt zich even duizelig voelen. Wanneer u zich weer goed voelt, kunt u direct naar huis. Het is verstandig om het die dag verder rustig aan te doen.

Wanneer u van tevoren een pijnstiller heeft ingenomen helpt die nog een paar uur. Heeft u geen pijnstiller ingenomen dan kunt u dat, zo nodig,  achteraf alsnog doen.

Noteer in uw agenda wanneer het spiraaltje is ingebracht, welk soort spiraaltje het is, en wanneer het vervangen moet worden. Het kan waarschijnlijk geen kwaad om een spiraaltje langer te laten zitten, maar het is niet zeker of het dan nog tegen zwangerschap beschermt.

Waar u op moet letten:

Neem contact op met uw huisarts: als u in de eerste dagen na plaatsen van het spiraaltje last krijgt van:

- abnormale afscheiding/ veel bloedverlies

- aanhoudende/ toenemende buikpijn

- koorts

Controle:

Na inbrengen van het spiraaltje is er een kleine kans dat het spiraaltje niet goed blijft zitten. Kom daarom na 6 weken voor controle. Gebruik zo nodig aanvullende anticonceptie (condoom).

Daarna kunt u ook zelf controleren of het spiraaltje nog goed zit, bij voorkeur na de menstruatie. Als u uw vinger diep in uw vagina steekt, kunt u met uw vingertoppen de baarmoedermond voelen. Als u heel goed voelt, voelt u daar de draadjes van het spiraaltje. Als u een hard stukje in de baarmoedermond voelt, dan is dat het pootje van de spiraal. Het spiraaltje zit dan niet meer goed in uw baarmoeder. Gebruik dan tijdelijk een condoom en maak een afspraak bij uw huisarts.

Voor meer informatie, lees: Thuisarts.nl

Urineonderzoek

Urineonderzoek
Denkt u dat u een blaasontsteking heeft? Bel dan even met de assistente. Zij zal u een paar vragen stellen en op basis van uw antwoorden het advies geven om:

  • af te wachten (blaasontsteking gaat vaak vanzelf over en er mag in bepaalde gevallen en in overleg met u afgewacht worden);
  • of te vragen om uw urine te laten nakijken;
  • of u uit te nodigen om op het spreekuur bij de huisarts te komen.

Ochtendurine
Om uw urine te laten onderzoeken, heeft de assistente uw ochtendurine nodig. Het beste is bij uw eerste ochtendurine eerst een beetje in het toilet te plassen en dan wat urine op te vangen in een schoon potje.
Lever het urinepotje bij voorkeur vóór 10.00 uur bij de assistente in.

Voor meer informatie kijk op: Thuisarts.nl